Ontwikkeling.
Na de eerste wereldoorlog wilde het Britse leger hun 13- en 18 ponder (pr) kanonnen (direct vuur) en 4,5 inch houwitsers (indirect - of krombaanvuur) vervangen door een vuurmond die voor beide functies geschikt was. Gedacht werd aan een kaliber van circa 100 mm. Maar in die periode was er groot gebrek aan financiën. Daarom werd besloten om een 25 pr kanon met een kaliber van 3.45 inch (87,6 mm) te ontwikkelen dat aan deze eis voldeed en waarvoor men de onderdelen van de 18 pr kon gebruiken, die nog in grote aantallen in voorraad waren.
De ontwikkeling startte in 1933. De eerste 25 pr werd in 1935 getest. Dit was een aangepast 18 pr kanon op
In 1938 werd de eerste 25 pr met eigen schietbuismantel en affuit ontwikkeld. Dit werd het
Productie.
Vanaf 1940 tot begin 1970’er jaren is dit kanon geproduceerd. Verschillende bedrijven, zoals
In de loop van de productie zijn er veranderingen aangebracht en werden er nieuwe modellen ontwikkeld. In Canada heeft de firma Sorel complete stukken gebouwd. Ook leverden zij het kanon voor inbouw in de Sexton, een zelfrijdend artilleriestuk op het onderstel van de Canadese
In Australië werd een kortere uitvoering gebouwd voor toepassing in de jungle. Dit stuk kon in hoofdgroepen uiteengenomen worden voor vervoer in delen per jeep. In totaal zijn er ruim 13.000 kanonnen 25 pr geproduceerd.
Sexton in Cavalerie Museum, Amersfoort.
Na de tweede wereldoorlog in Nederland slechts kort gebruikt op de Artillerie School.
Nooit paraat ingedeeld geweest.
Modellen.
Kanon:
Dit is het
De Mk 2 was complete nieuwbouw met een eigen schietbuismantel en eigen affuit.
De steeds betere bepantsering van de vijandelijke tanks vroeg om steeds zwaardere ladingen. Hierdoor werd het stuk instabiel bij het schieten met geringe elevatie. Om toch de antitank functie te behouden, werd er een mondingsrem aangebracht om de terugstoot te verminderen. Om de balans in de schietbuis te behouden werd er ter compensatie van de mondingsrem een contragewicht aangebracht op de schietbuismantel, juist vóór de kulas. Daarbij werden tevens de hoeken van de kulas wat afgerond. Na deze modificaties werd de aanduiding Mk 2/1.
De Mk 3 was een Mk 2 met een modificatie die verhinderde dat de granaten tijdens het laden uit de schietbuis vielen als deze onder een steile hoek stond. Als de kulas was afgerond en er een mondingsrem aanwezig was, was de aanduiding Mk 3/1.
De Mk 4 was weer complete nieuwbouw waarin alle modificaties uit voorgaande configuraties waren verwerkt.
Affuit:
De Mk 1 was het eerste affuit dat geheel voor het 25 ponder kanon werd gebouwd. Het was een box affuit met tussen de benen ruimte voor de terugloop van het kanon. Aan de achterzijde was een spade aangebracht om het achteruit rollen van het stuk tegen te gaan.
Onder de affuit hing het cirkelvormige No 9 platform dat wielbedding genoemd wordt. In stelling werd dit neergelaten en het kanon werd met de wielen erop gerold. Zo kon het gemakkelijk en snel in de juiste richting gedraaid worden wat vooral bij de bestrijding van tanks een voordeel was.
Het kanon was aan de bedding verankerd waardoor dit de meeste terugstoot opving. De staak aan de affuit dient om het kanon in de richting te draaien.
Affuit Mk 1 met wielbedding No 9.
Affuit Mk 2.
De affuit Mk 2 is als het Mk 1, maar met een smallere as, ter breedte van een jeep en met gemodificeerde jeepwielen. Van het schild is aan de zijkanten een stukje afgenomen. Het stuk was hierdoor ongeveer vijftig centimeter smaller geworden en navenant lichter. Op deze manier kon het achter een jeep door de jungle vervoerd worden. Hierbij werd de kleinere wielbedding No 22 gebruikt waar de wielen van de smallere as op pasten. Daarmee werd een veldmodificatie van een Engels artillerieregiment in Birma in 1943 officieel gemaakt.
Affuit Mk 2 met wielbedding No 22.
Affuit Mk 3.
Dit affuit heeft dezelfde breedte als de affuit Mk 2, maar met een knikmechanisme in de affuitbenen waardoor het kanon onder steilere hoeken kon schieten. Bij deze steile hoeken kon de wielbedding niet gebruikt worden omdat het kanon bij teruglopen daarop zou stoten. Er moest zelfs wat grond onder het kanon worden weggegraven.
Affuit Mk 3 met wielbedding No 22.
Affuit Mk 3 geknikt, zonder wielbedding.
Affuit Mk 3 knikmechanisme.
Beschrijving
Het
De schietbuis is een losse voering die voor het grootste deel in een nauwsluitende mantel opgesloten zit. Bij slijtage moet alleen de losse voering vervangen worden.
De schietbuis heeft een kaliber van 3.45 inch (87,6 mm) en is 2,34 m
De schietbuis is voorzien van trekken en velden. Hij heeft 26 groeven met een twist van
Het schiet granaten met een gewicht van 25 Engelse ponden (25 lbs, 11,3 kg). Voor pantserbestrijding, waar een hoge projectielsnelheid voor nodig is, worden granaten van 20 lbs (9 kg) geschoten.
Projectiel en drijflading worden separaat geladen. Eerst wordt het projectiel in de kamer gebracht en aangeduwd met een stok, de rammer. Daarna wordt een huls, gevuld met zakken kruit, in de kamer gebracht. De hoeveelheid kruit is afhankelijk van onder andere de te overbruggen afstand tot het doel. De kruitzakken zijn gecodeerd met kleuren die de hoeveelheid kruit aangeven.
De mondingssnelheid is afhankelijk van de gebruikte granaat en de lading. Bij een 20 lbs antitankgranaat met de hoogste lading kan deze ruim 600 m/sec bedragen. De effectieve dracht is dan 2,7 km en de vluchttijd tot het doel circa 7 seconden. Daarbij draait het projectiel met ruim 20.000 omw/min om zijn as waardoor het stabiel blijft.
Bij openen en sluiten beweegt de afsluiter verticaal.
De rem- en vooruitbrenginrichting remt de terugloop van het kanon hydraulisch en beweegt het hydropneumatisch terug naar voren in batterij. De maximale terugloop is 42 inch, 106 cm.
Het kanon kan schieten onder een hoek van - 5° tot + 45°. Met de affuit Mk 3 in geknikte stand tot + 55°. Met weggraven van grond onder het affuit kon zelfs tot een hoek van + 70° geschoten worden. Daarbij moesten de richtmiddelen op een adapter worden geplaatst.
Op de affuit kan het kanon tot 4° links en rechts van de middenstand gedraaid worden. Met de wielen op de bedding kan het hele stuk snel 360° gedraaid worden. Daardoor was het ook geschikt als antitankkanon.
De richtmiddelen worden ingesteld op de hoek ten opzichte van de nullijn en op de afstand. Daarbij worden mondingssnelheid en scheve asstand verrekend.
De maximale dracht bij indirect vuur is ruim 12 km. Bij direct vuur is het tot 2,7 km effectief.
Het
De bemanning van het stuk bestond uit zes man, inclusief de wachtmeester stukscommandant.



Trekhaakinrichting
Oorspronkelijk werd het kanon samen met een voorwagen (munitieaanhanger) getrokken door een Field Artillery Tractor.
Field Artillery Tractor met munitieaanhanger (Artillery Trailer No 27) en kanon 25 pr.
Het kanon is in de vervoerstand vergrendeld.
De wielbedding No 9 ligt op de munitieaanhanger.
De verankering van het stuk aan de wielbedding is hier zichtbaar.
Hieronder een video van de Essex Historic Military Vehicle Association waarin zij het
Terug naar boven.