In juni 2010 gaan we naar Veneto, de streek in Noord-Italië die zoveel meer is dan alleen Venetië. De hoogtepunten van de rondrit die we plannen zijn: Crespi d’ Adda, Verona, Vicenza, Belluno, Treviso, Venezia, Padua, Ferrara, Mantua en dan terug naar huis.
Onderweg maken we hier en daar een zijsprongetje en de laatste twee zijn in een zondvloed van water weggevallen. We hebben wel de kerk van Botta bezocht op de Monte Tamaro (Zwitserland), we waren in Asolo en Bassano del Grappa en in enkele andere niet zo bekende plaatsjes.
We hadden tropische hitte en tropische regen, druk verkeer en zalige stilte, het was gewoon prachtig.
10 juni 2010 - 726 km
Zoals gewoonlijk vertrekken we ook nu om 4 uur ‘s morgens. De autoweg is verlaten, het is nachtwarm en goed rijweer.
Tussen Namen en Metz spatten regendruppels tegen onze grote voorruit. Regen is minder erg in een motorhome want eten, drinken en wc zijn droog bereikbaar. De Franse autowegen zijn wel verdomd duur, Metz - Straatsburg kost 18 euro, dat werpt toch een ander licht op het Zwitsers vignet waar je voor 33 euro een gans jaar mag mee rondtoeren. Je kan ook zonder Franse péage naar Zwitserland: Metz, Nancy en dan de route nationale over de Col du Bonhomme richting Kaisersberg en Colmar.
Langs de Franse kant komen we Basel en Zwitserland binnen. Op een nette parking hebben we de middagstop gehouden en om 15u zijn we in Beckenried aan het Vierwoudstedenmeer. We vinden een - half officiële - staanplaats aan de parking van de lift naar de Klewenalp. De kamers van het hotel Rößli hebben we nu niet meer nodig maar het restaurant doen we vanavond alle eer aan.
Het stormt op het meer, golven van meer dan 1 meter hoog slaan tot op het terras van het hotel Rößli. De stalen meertouwen van de toerboten knappen af onder de druk van de golven.
De boten zitten zoals steeds vol toeristen die over een flink deinende loopplank de boot op- en af moeten.
‘s Avonds hebben we lekker - maar wel wat te veel - gegeten in hotel Rößli en in de stilletjes afnemende storm zeer goed geslapen.
11 juli 2010 - 384 km
De morgen is zwaarbewolkt en geeft enkele druppels af. De bakker recht tegenover Hotel Rößli in Beckenried spreekt een onverstaanbaar Zwitsersduits en zijn brood is niet al te lekker.
Er is sinds 2014 een nieuwe zeer vriendelijke bakker met lekker brood. We ontdekten ook dat het kleine warenhuis 100m bergop ook brood heeft.
We trekken richting Gotthardtunnel. Wonder boven wonder zijn er geen files en we zoeven de 15km lange tunnel door de zon tegemoet. Iedereen denkt dat eens de Gotthard door de zuiderse zon lacht maar wij weten beter, neen dus. Zware lage bewolking, af en toe een druppel maar geen echte regen. We hebben hier ooit stortvlagen meegemaakt!
In Bellinzona de diesel aangevuld en dan op weg naar Italië. De ring rond Milaan zit zoals gewoonlijk dicht en wij schuiven langs werken - lavori in corso - richting Venezia. Het is ondertussen snikheet geworden. Onze eerste stop is Crespi d’Adda, Unesco Werelderfgoed. Een prachtig “dorp”, kunstmatig aangelegd door een textielmagnaat voor zijn werknemers. De meeste huizen zijn bewoond en goed onderhouden, de fabrieken en openbare gebouwen beginnen de eerste tekenen van verval te tonen.
Via “coda” op de autostrade gaat het dan naar Vallegio sul Mincio, in de buurt van Verona. Volgens een Italiaanse website zijn er daar enkele staanplaatsen voor motorhomes en wij staan op één daarvan, alleen. Aan een park met veel wandelende en spelende Italianen staan we erg rustig. Een Italiaanse Marokaan - of omgekeerd - komt een babbeltje slaan en wil weten of we fiaminghi zijn. Het verschil tussen noord- en zuid België is zeer goed gekend in Italië. Hij waarschuwt ons voor dieven en zegt dat de Italianen niet te betrouwen zijn.
Om 3 uur ‘s nachts is het paniek in de motorhome. Ik wordt wakker gemaakt door een dame die denkt dat ze tegen de motorhome aan het wateren zijn. Ik hoor inderdaad een woesj en sjiii, maar enkel aan de rechter kant. Wat blijkt, om 3 uur treedt de sproei-installatie van het park automatisch in werking en wij krijgen een ongevraagde douche. De motorhome 5m verplaatsen lost het probleem op.
12 juni - 30km
Deze morgen hebben we het Parco Sigurtà giardino bezocht. We hadden ons per toeval de vorige dag op 100m van de ingang geparkeerd. Het is een schitterend landschapspark dat je per fiets, per golfkar, per treintje of te voet kan bezoeken. Reken maar enkele uren want het park is zeer uitgestrekt.
Tegen de middag als de hitte te erg wordt is ons bezoek aan het park ten einde. Na de middag een korte rit naar Verona. De TomTom wil ons door de heuvels sturen maar de smalle wegjes zijn ongeschikt voor motorhomes.
Verona hebben we op een drietal uren doorlopen. Het is te heet om veel te bezoeken en de terrasjes zitten afgeladen vol. ‘s Avonds genieten we nog lang van een koel windje en een babbel met een koppel Duitsers dat de streek doorkruist en goede tips geeft.
13 juni - 29km
Het heeft ‘s nachts een beetje geregend maar veel afkoeling brengt dit niet. In Verona kunnen we alles lozen en vers water tanken, we kunnen er weer tegen voor een drietal dagen.
De TomTom heeft weerom kuren. Rechts aanhouden zegt de dame terwijl de weg op het scherm duidelijk naar links afbuigt. We zijn de kuren van dit ding al een beetje gewoon, de aanwijzingen moeten met de nodige omzichtigheid gevolgd worden.
Om 10u rijden we voorbij een thermometer die 35° aanwijst. Onze stop wordt het vestingstadje Soave, ommuurde stad met een castello en gekend voor zijn lekkere witte wijn. Het is heet op de staanplaats en er is geen schaduw. Staanplaats, water en stroom zijn gratis en dat trekt motorhomes aan.
Soave ligt op de eerste heuvels richting Dolomieten en rond de middag komt er een wedstrijd op bergfietsen (in het Engels moun...) aan. Het is zo heet geworden dat we geen zin hebben om verder te rijden naar Vicenza. Het wordt een dolce far niente - boek en drank - op de parking naast de polizia van Soave.
Rond 18u krijgen we enkele regenbuitjes maar onvoldoende om afkoeling te brengen. Rond 22u staan er 11 motorhomes op de staanplaats. Engelsen, Fransen, een Nederlander en een Belg en enkele Duitsers, een bont allegaartje. Zijn ze aangetrokken door de stad of door de gratis staanplaats?