vlag shcrtt TD kraagspiegel

Stichting Historische Collectie Regiment Technische Troepen

SHCRTT

MUNGA jeep

MUNGA.

Productie.

In 1953 zocht Duitsland voor de Bundeswehr en andere overheidsdiensten zoals politie, grensbewaking et cetera, een lichte terreinwagen. Om economische reden ging de voorkeur uit naar een Duits product. Ze beproefden hiertoe de Porsche 597 Jagdwagen, de Borgward Goliath Jagdwagen en de DKW MUNGA.

MUNGA staat voor Mehrzweck UNiversal Geländewagen mit Allradantrieb.

Porsche 597 Jagdwagen 1953

Porsche 597 Jagdwagen 1953.

Borgward Goliath Jagdwagen 1953

Borgward Goliath Jagdwagen 1953.

Auto Union DKW MUNGA 1953

Auto Union DKW MUNGA 1953.

Na langdurige beproeving koos men de MUNGA. In 1958 ging de opdracht voor serieproductie naar Auto Union DKW in Ingolstadt.
Tot 1968 werden de volgende aantallen MUNGA’s geproduceerd:
36.880 vierpersoons, 2.800 zespersoons en 7.130 achtpersoons.

In het kader van herstelbetalingen voor de tweede wereldoorlog, werden er ook een aantal voertuigen geleverd aan Frankrijk, Engeland en Nederland. In 1962 ontving Nederland ruim 2.100 vierpersoons MUNGA’s

Beschrijving.

Met nog geen 1.100 kg was de MUNGA een lichte personenauto die door zijn vierwielaandrijving redelijk terrein vaardig was. Zijn tweedeurs soft top was goed sluitend en door zijn interrieurkachel was de auto behoorlijk comfortabel.

De MUNGA had een tweetakt motor en aanvankelijk werd er tweetaktbenzine getankt. Vanaf 1961 werd een uitvoering aangeboden die voorzien was van een smeerautomaat. Dat was een olietankje van circa 2 liter met pompje, aangedreven door een V-riem, dat, afhankelijk van het toerental, gedoseerd olie bijmengde in de carburateur. Zo kon je normale viertaktbenzine tanken. Een vulling van het olietankje was voldoende voor 2.500 tot 3.000 km rijden.

Munga motor met smeerautomaat

MUNGA-motor met rechts het olietankje en pompje. Middenonder de ontsteking van de drie cilinders.

Dat gaf een schonere verbranding dan de tweetakt benzine waar altijd een vaste hoeveelheid olie is bijgemengd, te weten circa 1:40. Daardoor werd er minder olie verbruikt en ontstond er minder tweetakt stank. Nederland koos voor deze uitvoering omdat er dan niet een extra soort benzine bevoorraad moest worden en er geen gevaar bestond voor het tanken van verkeerde brandstof.

MUNGA in de praktijk

De smeerautomaat werkte niet optimaal. Relatief veel motoren liepen vast. Ervaren gebruikers voorkwamen dit door bij het aftanken (45 liter tank) een liter smeerolie aan de benzinetank toe te voegen, onder het motto: beter roken en stinken dan vastlopen. Dat hielp wel.

Door de permanente vierwielaandrijving en het ontbreken van een middendifferentieel, gonsde het in de auto als je op de verharde weg reed. Bij lange verplaatsingen over de weg, zoals voor oefening naar Duitsland, werd de achterste cardanas gedemonteerd en reed de MUNGA als een zonnetje. Op bestemming werd de as weer aangebracht zodat er weer vierwielaandrijving was voor in het terrein.

Gebruik door Nederland.

Nederland gebruikte de MUNGA ter aflossing van de NEKAF-jeeps die naar de mobilisatiecomplexen gingen. Ook bij de TD-hersteleenheden werden de MUNGA’s gebruikt.

Door de vastlopende motoren en later ook problemen met de versnellingsbak en ander storingen, was de inzetbaarheid zeer beperkt. Zo erg dat in 1970 besloten werd om ze om te ruilen met de NEKAF’s die nog in de mobilisatie complexen stonden.

Vanaf de tweede helft van de 1970’er jaren werden de MUNGA’s en NEKAF’s afgelost door de Land Rovers.

Technische gegevens:

Techniek icoonInzien.

PDF download icoonDownloaden.