Voor de opleiding van monteurs op de School Technische Dienst, heeft men in de 1950’er jaren van een DAF YA 126 de laadbak en cabine afgenomen. Zo waren alle organen goed zichtbaar en bereikbaar en kon beter de werking worden uitgelegd. Met dit onderstel kon worden gereden. Door het terugplaatsen van laadbak en cabine zou het voertuig weer inzetbaar zijn.

Over de DAF YA 126:

Productie.

In de 1950’er jaren bouwde DAF verschillende series vrachtauto's voor de Nederlandse krijgsmacht. Deze dienden ter vervanging van de voertuigen die na de tweede wereldoorlog van de geallieerden waren overgenomen.

Ter vervanging van de ¾ ton Dodge WC 51 en 52 werd de 1 tons vrachtwagen YA 126 gebouwd. Evenals de Dodge, kende de DAF ook uitvoeringen met en zonder lier, maar kreeg daarvoor geen aparte typeaanduidingen.

Van 1953 tot 1959 werden er totaal circa 3.500 stuks gebouwd. Daarvan waren een kleine 600 voorzien van een lier en ongeveer 500 uitgevoerd als ziekenauto met een gesloten opbouw. In 1979 werden er 472 vrachtauto’s omgebouwd tot radiowagen met een gesloten metalen container als radio­bedienaars­compartiment in de laadbak.

Typeaanduiding.

YA 126 betekent:

Bewapening.

Ofschoon de YA 126 ook wel bekend stond als weapons carrier (wep) of wapendrager, was voor deze auto’s geen bewapening voorzien.

Beschrijving.

De YA 126 was van een zogenaamde H-aandrijving voorzien, gelijkend op die van de YA 328. Dit was een uitvinding van Huub van Doorne, de oprichter van DAF. Hiermee kon ieder wiel onafhankelijk worden opgehangen en aangedreven terwijl er een grote bodemvrijheid behouden bleef.

De aandrijfkracht van de motor gaat via de koppeling en versnellingsbak met een tussenas naar de reductiebak die in het centraal differentieel is opgenomen. Vanaf dit differentieel gaat hij naar de verdeelkasten links en rechts en vandaar met tussenassen naar de voor- en achterwielen. De voorwielaandrijving wordt met klauwkoppelingen in de verdeelkasten in- of uitgeschakeld.

De YA 126 heeft dezelfde 102 pk benzinemotor als de YA 314. Bij de YA 314 is er een compressor opgebouwd voor de luchtdruk bekrachtigde remmen en om banden op te pompen. De YA 126 heeft vacuüm bekrachtigde remmen. Daarvoor zijn er vacuümleidingen aangebracht aan het inlaatspruitstuk. Voor de banden is er op de versnellingsbak een bandenpomp aangebracht die in de cabine kan worden bediend en aangesloten.

Als er een lier aanwezig is bevindt deze zich onder de laadbak in het chassis, ter hoogte van de achterwielen. Deze wordt aangedreven door een tussenasje vanaf de reductiebak in het centraal differentieel. De lier kan 2,5 ton trekken en zowel naar achteren als naar voren worden gebruikt. Op de ziekenauto’s was geen lier aanwezig.

Gebruik door Nederland.

De DAF YA 126 is vanaf de invoering begin 1950’er jaren in veel varianten gebruikt. Er is niet eenduidig een opvolger aan te wijzen. Een deel van de taken werd overgenomen door de Land Rover. Ook een deel door de YA 4440 viertons vrachtauto. En door reorganisaties van de krijgsmacht verdwenen er een aantal taken.

Technische gegevens: